Citrine Programming Language

Citrine denkt in objecten. Alles is een object. Je maakt een programma door berichten naar deze objecten te sturen. Zo kun je bijvoorbeeld het bericht lengte naar een tekst sturen. Je krijgt dan als antwoord het aantal letters.

“Hallo” lengte

Het antwoord is dus 5, dit kunnen we opslaan onder een bepaalde naam, bijvoorbeeld a. We wijzen het antwoord dan toe aan variabele a. Dat doen we met ☞ en ≔

☞ a ≔ 1.
☞ b ≔ “Hallo”.
☞ len ≔ “Hallo” lengte.

Soms sturen we een stukje extra informatie mee met een bericht. Als we bijvoorbeeld het bericht + sturen naar een getal, sturen we ook het getal dat we willen optellen mee. Een bericht kan ook meerdere stukjes informatie meesturen. Deze scheiden we met :

☞ x ≔ 3 + 7.
☞ x ≔ Getal tussen: 0 and: 10.

Je kunt groepjes maken met { en }, dan wordt het een taak. Zulke taken kun je herhalen door er een bericht zoals × 10 naar toe te sturen (tien keer doen). Of je kunt een taak alleen laten uitvoeren onder een bepaalde omstandigheid (x ≥ y)...

(x ≥ y) ja: { ✎ schrijf: “koop!”. }.
{ :i ✎ schrijf: i. } × 3.

{ x optellen: 1. } zolang: 
{ ↲ x < 9. }.

Een een taak kan parameters hebben. Op regel 2 zie je bijvoorbeeld :i (de iteratie), deze variabele bevat het getal dat aangeeft hoeveel keer de taak al is uitgevoerd (1,2,3).